Brussel is dood, lang leve het nieuwe Brussel!

afval in Brussel
Mijn stad is rijp …

Dit artikel is het zesde en laatste deel van een serie over de stad Brussel en oorspronkelijk verschenen in 2017 op Dazibao 1060, een blog over de gemeente Sint-Gillis. Het voorgaande deel is De Brusselse vrouw brengt leven.


Misschien is het ook wel fijn. Zo’n doodse stad. Misschien heeft het ook wel zo zijn charme dat de stad aan zijn lot wordt overgelaten, wordt uitgewoond door niet-bewoners en je niet mee hoeft met de drukte en gedrang. Je hoeft niet te gaan flaneren en je beste pak aan te doen, als in Parijs. Niet te gaan fietsen en te worstelen door weer en wind, zoals in Amsterdam. Geen muziek te horen, geen gezang, geen fado als in Lissabon. ‘Wij zijn geen Parijs of Amsterdam,’ zeggen sommigen. ‘Wij zijn Brussel! Bij ons heb je tenminste gekke en vuile plekken, en het gaat er allemaal wat langzamer aan toe. Wat zwaarder, een beetje moeizamer. We zijn trots dat we door andere Europeanen een beetje met de nek worden aangekeken. Als een Atlas met de zware last op onze schouders. Brussel is dood, lang leve Brussel!’, roepen de mensen die trots zijn op de hoofdstad. En misschien is het wel plezant om de stad niet terug te geven aan haar bewoners zoals iedere andere Europese hoofdstad. Geen horden mensen op straat, geen frisse lucht, geen overtoeristificatie als in andere steden. Al dat gedoe. Hou op, zeg! Er is hier toch muziek genoeg?

Er speelt inderdaad een bandje op een pleintje bij mij in de buurt. Mijn nichtje en ik lopen er langs als we op weg zijn naar mijn huis. Op een klein houten podium, onder een tentzeil, speelt een groep rondtrekkende Franse muzikanten voor een tiental toehoorders. Op een wit doek achter het podium zijn leuzen opgeschreven: niemand is illegaal. En: music brings humanity together. Italiaans hoor ik in het publiek, Frans uit Frankrijk. Het lijken mij kunstenaars te zijn, gekleed als alternatieve hipster met korte truitjes en hoogzittende spijkerbroeken uit de jaren 80. Een enkeling met een snor. Als de muzikanten even pauze nemen hoor ik een aantal in het publiek fel discussiëren. Een jongen vindt dat het gebrek aan solidariteit en het afbrokkelen van de sociale cohesie een probleem is, de politieke desinteresse om de komst van immigrantenop humane wijze op te vangen als oorzaak. Een andere roept dat Brussel juist een proeftuin van Europa moet zijn, dat diversiteit een kracht is. En zo vloeit de discussie als snel over in het volgende onderwerp, de oorlog in het Midden-Oosten, terwijl er iets verderop, op een met hekken omsloten veldje een aantal jongens een balletje trappen. Ze lijken uit het nabije Oriënt te komen, misschien zijn het wel vluchtelingen, maar niemand die uit het praatgroepje stapt en de voetballende jongens uitnodigt om te komen meepraten en te luisteren naar de muziek.

Zal het zo blijven? Zal Brussel zichzelf verschonen, de wijken vergroenen, de elektrische auto en bus omarmen, de fietser ruim baan geven en de voetganger de middeleeuwse straatjes weer teruggeven?[1] Of zal er niets gebeuren en de politici hun schouders ophalen, de stedeling zichzelf verstikken en het groen uitgerukt en geasfalteerd worden? Zal de status quo tussen arm en rijk onveranderlijk blijven? 

No, and not forever’, zegt een buurman tegen Wang Lung in The Good Earth van de Amerikaanse romanschrijfster Pearl Buck:

When the rich are too rich there are ways, and when the poor are too poor there are ways [..] and if I am not mistaken, that way will come soon.’ 

Hopelijk komt er snel verandering en zal de Brusselaar weer zorgen dat hij in verbinding komt te staan met de omgeving.[2] Aandacht voor gezond leven neemt in Europa sterk toe. Er is meer behoefte aan een humanere indeling van de openbare ruimte en een wil om weer terug gaan naar de menselijke maat. Dus misschien is het een kwestie van tijd vooraleer de Brusselaar de stad terug inneemt, schone lucht en meer groen wil, gaat wandelen en fietsen, de auto laat staan en vaker het openbaar vervoer neemt. En van de overheid eist dat er naar hem of haar geluisterd wordt. Het zal de stadsmens zelf moeten zijn die zich gaat afvragen: hoe kan ik mijn leven beter maken? Hoe kan ik mijn directe omgeving, mijn wijk, mijn stad verbeteren? Het wordt de inwoner zelf, en niet iemand die het voor hem of haar doet, die vervolgens kwaliteitsbeslissingen moet nemen.

Doe het, je kan het! Beste Brusselaar, we hebben jouw nodig!

Wie weet. De tijd, die als een tuinman knipt en snoeit om de ruimte in toom te houden, zal het leren. Maar ik hoop dat die tijd van een nieuwe en leefbare stad snel zal komen. Want voordat ik samen met mijn kleine nichtje de deur naar mijn appartement doorga kijk ik nog heel even om. En op dat ogenblik gaat er een rilling door mijn rug want ik zie recht in de ogen van de stad. De koude ogen van Brussel. De ogen van de dood. 


[1] Enrique Penalosa, de voormalige burgemeester van Bogota, Colombia zei: “A developed country is not a place where the poor have cars. It’s where the rich use public transport.

[1] Volgense dit artikel van journalist Julian Hale in The Brussels Times zijn er veranderingen in de goede richting!


Hieronder een lijst van 7 boeken die me hielpen om mijn leven positief te veranderen. Je kan ze makkelijk uit de bibliotheek lenen. (Of je kan ze gratis downloaden via de website van Library Genesis. Niet verder vertellen hè!).

  1. Een meesterwerk over ‘rationeel’ denken: Thinking, Fast and Slow van Daniel Kahneman.
  2. Een ander boek over ons denken en vreemde gedachtenpatronen is The Art of Thinking Clearly van Rolf Dobelli.
  3. Houd je van geschiedenis? Lees dan Een kleine geschiedenis van de Wereld van Ernst Gombrich.
  4. Wil je iets weten over positieve psychologie en het belang van Flow in je leven, lees: Flow van Mihaly Csikszentmihalyi.
  5. Een van mijn favorieten en het beste boek dat ik ooit over filosofie heb gelezen: Zen and the Art of Motorcycle Maintenance van Robert Pirsig.
  6. De negatieve invloed van de chemische industrie en atoomproeven op onze gezondheid: Green Intelligence van John Wargo.
  7. Kennis over architectuur en hoe dit jouw omgeving kan beïnvloeden (en daarmee je gemoedstoestand) vind je in twee boeken van Christopher Alexander
    • A Timeless Way of Building
    • A Pattern Language

Leave a Comment